Schiet je mee ?
Pierre Vantorre
Als snotneus van een jaar of tien spande ik een koord aan de uiteinden van een boomtak en schoot snel een ‘afgedankte’ pijl zonder veren, naar gaaien die al heel wat van hun pluimen verloren hadden. Mijn liggende wip was van hout gemaakt.
Zo deed ik mijn intrede in de handboogsport als afstammeling van een schuttersfamilie en wie weet als nazaat van een van die Heistenaars die reeds in 1600 lid was van een of ander plaatselijke handbooggilde.
De houten pers stond op onze “koer” en met enkele spelmakkers leerde ik steeds maar beter schieten tot ik de rangen mocht vervoegen van de jeugdschutters in Café De Gouden Leeuw (nu dancing Femina) in de Vlamingstraat, uitgebaat door mijn grootvader Engel Dejonghe. Ik keek met veel bewondering op naar “Pé”. Een vent als een boom met zijn 110 kgr en een krak in het handboogschieten. Hij werd twee maal koning en één maal keizer ‘gekroond’. De zeer mooie keizersgaai is jarenlang bewaard gebleven.
***************
Zo iets van 45 jaar geleden, waren we met ongeveer 70 jeugdschutters in “De Gouden Leeuw” en leerden het schieten met raad en bijstand van de ouderen. Na een sireschieting werd de ganse troep, samen met onze leermeesters, op een foto vereeuwigd door fotograaf Firmin Maelstaf. De foto werd genomen op het toen nog onbebouwde stuk duin op de hoek van de August Beernaertstraat en de Graaf d’Urseilaan waar nu dokter Dhondt woont.
Op die foto staan de “scherpschutters” van de jaren dertig, met onder andere Engel Dejonghe, Jules Haerinck, die ook bij de Duinengalm de jeugd leerde kennen en schieten, Fredje Pauw (Martony), Jef Hots, Van Massenhove (gehuwd met Natje Patrysse), Louis Haerinck, Constant van t’jippens (Neyts) Leopold Martony (Polto), Etienne Vantorre (Kaviak), Louis Meysseman (Lange Louis), Abel Desmedt (gehuwd met Steffe Pikkerulle), René Vantorre, mijn vader zaliger, Richard Dekoninck (fut) als vaandeldrager en Georges Vermandel met zijn accordeon die voor de muzikale omlijsting zorgde. Wij, jeugdschutters, zaten of stonden er fier bij met boog en pijl.
Uit de bonte groep halen we: de zoon van Jef Rots, Louis Degroote (van de Boers), Jerome Neyts, Staftje Haerinck, René Martony, Theo Neyts, Loon Wtterwulghe (Bultjes), André Ghevaert, Louitje Neyts (nog een tjipper), Victor en Oscar Devlieghere (van Adrienne van Pier Teens), Vermeulen, de zoon van Kiessak, Charles Despiegelaere (Suppamper), Georges en Pol Brouckaert (Kromme Sissen), Fernand Hoozee...
We schoten met “pianobogen”, zo noemde men de kleine boogjes.
Hoeveel die toen kostten weet ik niet meer, maar het zal wel een stuk minder geweest zijn dan de 3 à 4.000 fr die nu aan een jeugdboog gespendeerd wordt. De kwaliteit van onze bogen was natuurlijk navenant en we trokken ook geen 16 kgr. Hoofdman Wardje Bouten heeft het me eens gezegd: “0m een handboogschutter voor het leven te worden moet je. als schutter in de wieg gelegd zijn.”
In mijn wieg lag geen boog en pijl. Vandaar wellicht dat het handboogschieten slechts, een “jeugdbevlieging” was, zonder sire of keizer te worden. Mijn laatste pijlen heb ik verschoten in het jaar voor de laatste oorlog. Met mijn vriend Oscar Ghevaert nam ik deel aan de traditionele kermisschieting op de koer van de EBES (Noordstraat). En met succes! We schoten altijd in “’t spel”, want daar staan gaaien dicht bijeen. Na drie ronden hadden we elk twee gaaien geschoten. Komt daar een schutter naar ons toe en zegt: “Jullie drinken niet, maar schieten onze gaaien af. Hier is vijf frank en gaat ermee naar de kermis”. We hebben er eens hartelijk om gelachen.
Toen is de oorlog uitgebroken en werden boog, pijl en schietlappen op ‘t zolder geborgen. DEFINITIEF
***************
Te Heist hebben we altijd vele en goede handboogschutters gehad. Ze deden het zowel op de liggende als op de staande wip. Niet allen, maar toch velen schoten in de zomer op de staande en in de winter op de liggende wip. Wat de staande wip betreft, kent de huidige generatie alleen de Koninklijke Duinengalm, maar 50/60 jaar geleden bestond een tweede gilde. Ze droeg de naam “Eendracht en Vrijheid”. Deze wip stond eerst in de weide van Vandamme (nu G. Gezellestraat) en werd later verplaatst naar de weide Coornaert langs de Westkapellestraat.
Een en ander had waarschijnlijk te zien met de dorpspolitiek, want men sprak van de Katholieke pers en de Liberale pers. In elk geval is er van die “Eendracht en Vrijheid” (soms ook Eifeltoren genoemd) al lang geen sprake meer.
Heden ten dage wordt op de liggende pers regelmatig geschoten in de herbergen “Oosthoek” en “Tussen Land en Zee”. Vroeger waren er nog heel wat meer plaatsen waar schietingen werden georganiseerd. De ouderen zullein nog wel café “Burgerwelzijn” herinneren langs de Knokkestraat (nu café Brixham). Daar woonde Louis Vantorre (Bas en Natte Beste en later Kletsekop). De gaaipers trok veel schutters en tijdens de schietingen verkocht Pietje van Herriejaans (Spyns) droogvis. Het winkeltje van Pietje was trouwens zeer goed gekend voor de droogvis en de petroleum!! In het korter verleden hadden we daar Staf Koeiewachter (Savels), Pol Ameye en Gerard Standaert. In de Kerkstraat hadden we de “Eifeltoren” met Miel Gheyle.
In de Vlamingstraat “De Gouden Leeuw” bij Engel Dejonghe, die voor de oorlog 1914-1918 schietingen gaf in zijn café langs de Pannestraat waar nu nog de poort van Sissen de smid is. We hadden ook nog het café van Charles Vantorre, nu Discount op de Bolle), de gouden Pijl in de Kerkstraat, hotel Ma Campne, Hermans Lybaertstraat en de Dageraad in de Kursaalstraat …
We kennen daar nog aan toevoegen de schietingen tijdens de wijkkermissen, in de Garre van de kleine markt, café ‘t Putje (Vlietinck), in de Oude Kerkstraat rechtover boer Dhondt en bij Jan Vermeille in de molenhoek.
Vele Heistse handboogschutters stammen uit hetzelfde gezin of hebben familiale banden. Ik noem er maar enkelen: Charles, Albert, René en Leon De Backere; Gusten, Fred, Padje en Marcel Martony; de Neyts’en (tjippers) Pol, Theo, Fons, Constant en Louis; Pietje Savels, de voerman, Constant Savels de wagenmaker, en Leon Savels (Kraks); Stien en Pier van de Zwartens (Vandierendonck); de Haerinck’s Miel, Jules, Louis, de zoons en kleinkinderen. Wij vergeten evenmin de families Valcke en Degroote met Isidoor, de huidige jeugdleider, alsmede de Piekerullen Pieter, Jan, Louis, Robert, Georges en François (Gheselle)…
Ook de Heistse vrouwen konden even goed (of even slecht?) schieten als koken. Nu heeft de Duinengalm een nieuwe ras-kampioene met Belinda Decuyper bij de jeugdschutters. Zo de vader, zo de dochter.., maar er zijn ook altijd gehuwde vrouwen geweest die hun “man” volgden tot aan de pers. Germaine van Medard Degroote’s en Constant Degroote (Mul) de nethouder van de gemeenteschool, Angèle en Fredje Pauw, Marie van Schippers en Miel Serie...
Veel handboogschutters zijn begonnen als pijlrapers. Sommigen bleven zelfs deze job beoefenen tot en met.., zoals Polto, Pietje Deschacht, Kinne (Wtterwulghe), Mon Sys en Portee.
Op een wip staan normaal één hoofdvogel, twee zijvogels, twee kallen, één uil en 36 kleine gaaien op drie sprangen. Ter gelegenheid van bijzondere schietingen wordt soms een sprang bijgeplaatst met 2 x 8 gaaien. Op vele persen is de uil verdwenen. Waarom?
De bogen die we in onze jeugdjaren kenden, waren allen van espenhout gemaakt in de streek van Jemappes en hadden een trekkracht van 15 tot 30 kgr. Nu wordt er al geschoten met vizier, katrolbogen en stalen bogen van 25.000 fr ‘t stuk.
Even voor de oorlog 14-18 kostte een pijl 40 centiemen. Een kwarteeuw geleden werd 25 à 30 fr betaald en nu moeten de schutters 100 tot 125 fr neertellen.
Een pijl in glasvezel kost 250 fr! Ik heb het in mijn jeugd altijd geweten dat gebroken pijlen nog eens gelijmd werden, zo goed en zo kwaad als het nog kon. D lijmpot werd op de boerekachel geplaatst en… roeren maar! Die lijmpot bestond uit een “fonte (gietijzer) waterpot” en daarin stond de ietwat kleinere pot met koudlijm die moest opgewarmd worden om bruikbaar te zijn (een bainmarie). Vele schutters lieten hun gebroken pijlen lijmen bij Pietje en Constant Zonneville in de Visserstraat.
Bij het handboogschieten spreekt men over “prijsschieten” en “beschrijvingen”. In de prijsschietingen waren vroeger meestal huishoudartikelen te winnen zoals koffieserviezen, potten en pannen, schouwgarnituren én andere sierbeelden. Ook zijn er altijd zilverschietingen geweest en later teljoorschietingen. Vooral op de liggende wip organiseert men nog altijd schietingen voor varkenshespen, konijnen, vlees, vis en kalkoenen. De prijsschietingen verminderen, beschrijvingen blijven... Lang geleden werd 20 fr inleg betaald voor een beschrijving. Nu kost het al 60 à 120 fr. Inleg 100 fr, terug 40 fr, betekent dat voor ieder afgeschoten kleine gaai 40 fr wordt terugbetaald. Een hoofdvogel heeft dikwijls een waarde van 500 fr en meer. In ‘t spel worden ook witte, groene en rode gaaien gezet die een verschillende geldwaarde hebben. Beschrijvingen van 6 à 10.000 fr zijn nu niet zeldzaam. Soms worden de prijzen afgestemd op het aantal deelnemende schutters.
***************
De functies en bevoegdheden in een handbooggilde hebben door de eeuwen heen hun benamingen aard behouden. De H00FDMAN is de voorzitter op alle vergaderingen en woordvoerder op de plechtigheden. Hij bewaart de eretekens van de gilde “ten huize”. De STADHOUDER is de oudervoorzitter en vervangt de hoofdman bij zijn afwezigheid. De K0NING (Sire) heeft het bevel over de pers tijdens de schietingen en vervangt de hoofdman en de stadhouder. De DEKEN is het oudste lid en kan de hoofdman, de stadhouder en de koning vervangen. De HOFMEESTER voert het bevel wanneer de gildeleden in een stoet optrekken. Hij houdt toezicht over de meubelen en toebehoren en zet de gaaien de de pers. De ZORGERS hebben toezicht over de rekeningen en betalingen. De BALJUWS hebben politietoezicht op het bestuur en ontvangen de boeten van de leden. De GRIFFIER bewaart de titels en papieren en houdt het verslagboek bij. De TRES0RRIER int de ontvangsten en doet de betalingen. Handboogschieten had niet altijd een vredesdoel.
Daarom wellicht dat vroeger de schietingen begonnen met een kanonschot. Eén schot bij de aanvang van de schieting en elk begin van een nieuwe “ronde”. Drie schoten bij het afschieten van een hoofdvogel, twee schoten voor een zijvogel, één schot voor een kalle.
Nu nog worden: de schutters ingedeeld in de “peletons” al is het wat folklore geworden met namen als: de krabbers, de deserteurs, de vuurtoren, de waterflasse, de melkkanne, de molendraaiers...
En misschien krijgen we nog de “smurfen” en de “punkers”... ???
Pierre Vantorre