Reglement der handboogmaatschappij Den Duinengalm 1878

art. 3 : De jaarlijkse vergelding van elk wezenlijk lid, wordt bepaald op Vier franken, te rekenen van 1 april, dezelve zal moeten aan de Maatschappij betaald
worden bij vervroeging en op eerste aanvraag van wege den Tresorior gedaan.

art. 10 : De Maatschappij wordt bestuurd door den Eed, welke samengesteld is uit de wezenlijke leden, begrijpt : eenen Hoofdman, eenen Stadhouder, eenen
Koning-, twee Dekens, twee.. Hofmeesters, ten minste twee Zorgers, eenen bailliu, eenen Greffier, eenen Tresorier.

art, 29 : In de vergadering is eenieder verplicht het hoofd te ontdekken en zich te houden van smooren, op boete van 5 centimen, II...

art. 35 : Om lid der maatschappij te kunnen worden, moet men de 18 jaar bereikt hebben, voorgedragen worden door een wezenlijk lid en overbrengen eene schriftelijke toestemming der ouders of voogden al wie de boven de 21 jaar oud is, heeft geene schriftelijke toestemming noodig tot Zijne aanveerding.

art. 42 : Het nieuw lid is gehouden te betalen voor inkomrecht drie franken, ongeminderd de jaarlijksche. vergelding bij artikel 3 vastgesteld, welke hij ook over het jaar tijdens zijne aanvaarding verschuldigd is.

art. 49 : De pers gerecht zijnde en een lid voor het begin der schieting één of verscheidene gaaien afschietende, verbeurt -eene boete van 50 cent voor elke du~aanige scheut en heeft geen recht tot. ‘t afgeschotene.

art, 50 : Het is verboden te schieten : 1° voor zijne beurt; 2° van zich te vervangen; met boog en pijl van een ander, zonder toestemming; 40 met een ander pijl dan voorzien met platten hoorn of houten bout. Het is gelijkelijk verboden iemand aan te spreken, te genaken of aan te raken wanneer hij in boog staat...

art, 62 Het is strengelijk verboden te vloeken of onbetamelijke redens te houden omtrent de pers of in de Gildekamer...

art. :63 De leden welke in den hove, in de schietingen of in de vergaderingen een ander mishandelen, door geweldenarij, beledigende uitdrukkingen of misachtingen van familie, zuilen op de klacht van’ de tegenpartij kunnen geboot worden.,. Het is ook stiptelijk verboden over zaken van godsdienst of staatkunde te twisten