Jules Nollet 1867-1944

Raymond Nollet - Dany Vantorre

Jules Nollet tussen zijn leerlingen van de klas 1913. Van 10 leerlingen hebben we de naam niet kunnen achterhalen. 2015 04 07 111508

De overige 23 jongens vernoemen we in volgorde van boven naar onder en van links naar rechts.
1e rij:3) Evarist Devos 4) Leon Vantorre (Mussche) 5) François Vlietinck (Sus van Neuzens) 6) Victor Paeye 7) Oscar Vlietinck (Kopère)
2e rij: 3) Petrus Latruwe (Pier Patrijse) 4) Alfons Ackx (van Miel van Cents)
3e rij: 2) Leopold Decuypere 4) Henri Vande Rivière 5) Antoine Roose 6) Cesar Devoogt (van Doxie van Wanne Pauws)
4e rij: 1) Leopold Mille 3) Guido Couwijzer (Tjakkels) 4) Louis Savels (Cinéma scheiter) 5) Joseph Verbeke 6) Charles Wtterwulghe (Bruins)
Zittend: 1) Vanhove (zoon Constant) 2) Charles Cattoor (Rinke) 3) Camiel Bonny 4) Joseph Boey (met lei) 5) Ragaert 6) Arthur Verbeke (Pruime) 7) Adolf van Gyseghem.

Mijn Vader, Jules Nollet

Jules Nollet, de auteur van “Heyst-aan-Zee en zijn verleden“ was geen geboren Heistenaar, maar door zijn werk als onderwijzer en zijn actief leven in allerlei middens van de Heistse samenleving, mag hij met recht en reden als een “Heistenaar“ worden bestempeld..

Hij werd op 15 september 1867 te Izegem geboren als enige zoon van een meesterkleermaker. Maar ... er waren ook nog drie dochters. Julia week uit naar Amerika en bleef kinderloos. Josephine trad in het klooster en gaf les te Gent in de armste wijken. Marie tenslotte belandde ook te Heist en huwde met Frans (Sissen) Degroote en had vier zonen: Marcel, Albert, André en de vroegtijdig gestorven Maurice.

Jules Nollet liep Normaalschool te Torhout en bekwam, amper 19 jaar, het diploma van onderwijzer met grote onderscheiding. Gelukkig moest hij geen soldaat zijn, daar hij het nummer 106 lootte, Daardoor kon hij in 1887 als interim beginnen les geven te Emelgem. Hij legde zich toe op het vormen van zangkoren en het organiseren van paardenkoersen te Izegem. De natuur was toen al één van zijn grote passies: in ieder boek zaten er gedroogde blaadjes van bomen.

Toen er in 1894 in de gemeenteschool van Heist-aan-Zee een plaats vrij kwam, werd hij er als onderwijzer aangesteld. ‘s Avonds gaf hij ook nog les: boekhouding, Nederlands, Frans, Engels en Duits. In 1906 huwde hij met Emerence Faveers uit Dudzele.

In de oorlogsjaren ‘14-18 bleef hij altijd op post. Als er iets loos was met de Duitsers, was de bevolking verplicht binnen te blijven vanaf 18 uur. Dan zat Jules Nollet als verwoed pijp- en sigaarroker gezapig zijn pijp te roken op de 2e verdieping van zijn huis in de Nieuwstraat nr.2, de huidige Guido Gezellestraat.

Vanuit zijn raam kon hij het klooster van de Zusters Onbevlekt Ontvangenis in de Kursaalstraat zien. Dit klooster was bezet door de Duitsers en zo kon hij het komen en gaan van de ulanen gade slaan. Deze lanciers met hun lange pieken, zaten op paarden die met angstwekkend gekletter over de kasseien draafden,

Na de oorlog was hij zeer bedrijvig voor de visserij. Waar het leed en de armoede groot waren, hielp hij met raad en daad zonder enige vorm van vergoeding. De oudere mensen uit de Moefe kunnen zich misschien nog herinneren dat ik als kleine jongen na school een kannetje soep en brood bracht naar de behoeftigen.

Hij hield van de mensen en vertoefde graag in hun midden. Zijn stamcafés waren die van het gewone volk Sportwereld, Scheurleg, 0ud-België en Café Pierre (René Dhondt). Na zijn schooluren kwam er bijna elke dag iemand vragen om bv. een brief te schrijven, een gedichtje te maken t.g.v. een huwelijk of gouden bruiloft, enz,.

Nooit vroeg hij enige vergoeding, maar veelal werd hij met een visje bedankt waar het gezin zo op verlekkerd was. Hij had een grote bewondering voor priester-dichter Guido Gezelle, die hij goed gekend had en aan wie hij veel te danken had als jong onderwijzer. Het is daarom dat hij jarenlang bij het toenmalig gemeentebestuur van Heist aandrong om de Nieuwstraat in Guido Gezellestraat te veranderen. Weinigen weten wellicht dat door zijn langdurig aandringen deze naamverandering in 1930 plaatsgreep.

In onderwijsmiddens was hij actief als verslaggever op de fameuze onderwijsconferenties o.a. te Ramskapelle, Uitkerke, Blankenberge, Dudzele en Westkapelle. De inspecteur zei hem: “Jules Nollet, u bent een goed opsteller en beschikt over een mooi geschrift “.

Tweemaal na elkaar zakte hij op het examen voor inspecteur. De eerste maal met 1 punt en de tweede maal met 1/2 punt! Die vuile politiek zei hij nadien, “Nooit doe ik nog mee“.  Dat onrecht heeft hem tijdens zijn loopbaan veel leed bezorgd. In het openbaar heeft hij eens tegen een inspecteur gezegd: Schoenmaker blijft bij uw leest”. Toevallig of niet was deze inspecteur, vóór hij in het onderwijs een plaats vacant vond, schoenmaker geweest. Dit had hij dus beter niet gezegd....

Te Heist was hij medestichter van de Heilig-Hartbond onder leiding van E.H. Bonne. Het feest ter gelegenheid van de inhuldiging van het H. Hartbeeld vóór de kerk op zondag 30 juni 1929 vergde maanden voorbereiding. Een nooit geziene stoet van vlaggen en wimpels trok door Heist. In het visserskwartier was er zeker geen huis zonder H. Hartbeeld vóór het venster. Het beeld was mooi versierd met kaarsen en papieren bloemen. Waar de stoet zou voorbij komen, waren de gevels bevlagd.

Jules Nollet was ook gedurende vele jaren mede-inrichter van de feestelijkheden te Heist. Dit geschiedde onder het voorzitterschap van Edmond Daveloose.

Van de jaarlijkse bloemenstoet wilde hij iets unieks maken langs de Belgische kust. Richard Daveloose en Medard. Dumarey stelden steeds gratis hun grote platte wagens getrokken door paarden van de steenbakkerij ter beschikking.

De familie Ryckaert zorgde voor de vele mooie paarden waarvan er één bereden werd door de jonge amazone Yolande Debra, begeleid door de statige mevrouw Henri Debra. Zij kaapten verschillende malen de eerste prijs weg in hun categorie. Het rijke Duinbergen was altijd goed vertegenwoordigd door de bebloemde auto’s. De vele praalwagens en auto’s vormden samen met de muziekkorpsen vóór de oorlog ‘40-45 de mooiste bloemenstoet van de kust. Mijn vader was zelf een grote bloemenliefhebber. Zijn veranda was een echte bloementuin. Hij specialiseerde zich in de verschillende soorten geraniums en kaktussen. Hij was bijzonder fier op zijn druivelaars.

Uit zijn prachtige bibliotheek leende hij veel boeken uit aan iedereen die het maar vroeg. Veel boeken zag hij niet meer terug en wist soms zelfs niet meer aan wie hij de boeken uitgeleend had.

Hij was ook stichter van het Vreemdelingenkomiteit samen met de heren Douai (voorzitter) uit de villa Sans Souci in de 0.L. Vrouwstraat, Beernaert, Sackx, Vandersmissen en Lyon-Lynck. Het komiteit zag op geen geld om de arme kinderen van Heist een sinterklaasgeschenk te geven. Na de oorlog ‘14-18 was hij secretaris van de S.M. t’ Heyst Best met als eerste voorzitter Robert de Gheldere en schatbewaarder Fernand Monballyu. Zoals vandaag stond deze maatschappij in voor de bouw van goedkope woningen. Jarenlang zetelde hij ook in de jury van de handelsschool van de Zusters voor de eindexamens boekhouden en steno-dactylo. Ook met de Broeders Xaverianen uit Heist en Brugge had hij goede betrekkingen. Vooral tijdens zijn langdurige ziekte brachten zij hem veel bezoeken.

Bij de kerkelijke overheid stond hij goed aangeschreven. De pastoors Froidure, Masschelein, Bonne, Decavele en Moreel konden altijd op hem rekenen. Hij was van verschillende godvruchtige genootschappen lid. Tijdens de verkiezingen was hij altijd voorzitter van een kiesbureau en dikwijls werd hij aangeduid om de kiesbrieven naar Brugge te vergezellen om daar in de late avond te helpen aan het tellen der stemmen. Dikwijls vroeg men uit politieke kringen zijn advies, maar nooit hebben zij hem kunnen overhalen om zich kandidaat te stellen bij de verkiezingen. Hij was katholiek maar had een eigen opinie.

Zij die hem gekend hebben in de omgang, beschreven hem als een graag geziene figuur, joviaal en eerlijk. Hij kon geen onrecht verdragen. Na een rijk gevulde loopbaan in het onderwijs en een druk verenigingsleven, is hij in alle stilte gestorven op 26 februari 1944.

De naam Jules Nollet blijft bij de mensen van nu vooral leven als auteur van “Heyst-aan-zee en zijn verleden“. Dit boek droeg hij op aan het onderwijzend personeel en verscheen in 1909. In de lijn van zijn hierboven beschreven levenswijze, heeft hij zelf er veel geld aan gespendeerd, maar liep de verkoop helaas beneden de verwachting. Heyst Leeft heeft met de heruitgave van dit verdienstelijk en voor zijn tijd belangrijk werk gepoogd het een “tweede kans” te geven. Dat er een behoeftig is, werd bewezen door de verkoop van de eerste reeks boeken tijdens en na onze tentoonstelling.

Wie nog een exemplaar wenst kan dit doen tegen 150 fr op het secretariaat.

Basistekst Raymond Nollet.
Tekstverwerking Dany Vantorre.

Een avondje Heist - 1982

We kunnen nu al aankondigen dat ons traditioneel “Avondje Heist“ zal plaats hebben op DONDERDAG 25 NOVEMBER 1982 in de zaal Ravelingen. Wij blijven bij onze betrachting er een gezellige avond van te maken met onuitgebrachte filmbeelden over toestanden en gebeurtenissen te Heist en tussenin een gesprek met een bekend Heistenaar over een interessant onderwerp. Dit alles wordt afgerond met het “Filmjournaal van Heist 82“ en een happy-end met Petrus en de wonderbare......

Door geen details over het programma te publiceren, stellen we uw nieuwsgierigheid nog wat op de proef.

We rekenen nochtans op uw aanwezigheid op dit “7e Avondje Heist“, dat op nieuw een succes-avond moet worden.

KRONIEK VAN EEN BADSTAD (7)

Wegens plaatsgebrek hebben we noodgedwongen de 7e aflevering van deze kroniek moeten verschuiven naar het volgend nummer van ons tijdschrift. De belangstellenden in deze kroniek zullen daarmee niets verliezen. In ons novembernummer nemen we opnieuw de draad op in 1882, toen er zich te Heist nog heel wat meldenswaardige gebeurtenissen voordeden ...

Mijn vader, Jules Nollet (1867-1944)

Raymond Nollet - Dany Vantorre

Heyst Leeft
1982
02
017-020
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:37:15