Het visserscafé
Robert De Corte
Tevergeefs heb ik gezocht naar een modern synoniem voor de titel van dit stukje. Cultureel centrum vond ik ongepast, maar vervolgens twijfelde ik tussen: inlichtingskantoor, economische kamer, ontmoetingscentrum, ontspanningsoord en info-bureau.
Naast iets van dit alles heeft het visserscafé echter zijn eigen charme. Vandaar wellicht dat het visserscafé een onontbeerlijk onderdeel is van het havencomplex.
Een vissershaven zonder café is als een kerk zonder klok. Dat is niet alleen waar in ons eigen land. Rond de Franse havens vindt men bistro’s, in Engeland bouwt men blijkbaar eerst de ‘fishersmen’s pub’ en dan de haven en in Italië zijn de cafetaria’s tegen de visserskaai geplakt!
De uiteindelijke bedoeling van de cafébezoeker is en blijft het drinken van een frisse pint bier of het ‘laten zakken’ van een pittige poester, al naar gelang het weer en de wind. De aanleiding echter, om een visserscafé binnen te lopen, kan velerlei zijn. Men kan er zowel terecht voor een vrienden- of zakenrelatie als voor het inwinnen van de meest uiteenlopende informatie. Een visserskroeg die zichzelf respecteert, zorgt ervoor dat de dagelijkse besomming van de vaartuigen die aan de markt waren, netjes opgetekend staat op een daartoe speciaal bestemd bord.
Niet enkel de bemanning van de vloot treft men in ‘t café aan. Iedereen die maar iets of wat met de visserij te maken heeft, komt wel eens de herberg binnen.
In een echt visserscafé is er geen muziek vandoen! De gesprekken zijn meestal van aard dat zelf de meeste moderne ‘juke-box’ niet zou gehoord worden. Aan boord moet de bemanning boven het geluid van de motor of het bruisen van de golven heen praten, luid genoeg dus.
Vissers die in de haven of aan boord of aan de kaai bedrijvig zijn, “knippen er graag eentje tussen de vlagen”. Bij alle weer en wind vindt men inderdaad een reden om de keel door te spoelen.
Niet altijd echter is het cafébezoek van korte duur, soms blijft het volk wel eens in de haven ”plakken”. En dan komt het geregeld voor dat er naar huis gezeild wordt onder een bepaalde gradatie van invloed. In stijgende orde spreekt men dan van: een zuchtje hebben of een vlieg in z’n oog. De tong kan dubbel slaan als men danig geladen is, maar in het geval het “slachtoffer” olie of krikke is, laat het zich bij voorkeur naar huis voeren. Dit laatste gebeurt echter van langsom minder.
De leeftijd van de waardin en meer nog van de dochter bepaalt in grote mate de leeftijd van het cliënteel. Scheepsjongens en lichtmatrozen komen graag in een café waar een frisse dochter over de vloer loopt. Minder jonge lui genieten dan graag van hun dronk bij een bejaarde waard of waardin. Keus van café is er doorgaans ruim genoeg zodat ieder er zijn gading kan vinden. Een visser loopt graag af en toe eens zijn café binnen en buiten. Als je dagen naeen op zee steeds dezelfde maats tegen het lijf loopt, dan is het goed om eens de rest van de vissersfamilie te ontmoeten, en waar gebeurt dit gemoedelijker dan in het café aan de haven ?
Robert De Corte