De school van Mietje Wagenmakers te Lapscheure
Antoon Vermeersch
De volgende gegevens heb ik niet gevonden in de archieven van de Gemeente; want deze school was een “vrije school” (1).
Alles wat ik over deze school vernomen heb, steunt op overleveringen; waarvan me het voornaamste deel verteld werd door mijn grootmoeder Virginie De Leyn, weduwe van P. J. De Bleeker, geboren te Lapscheure op 18/2/1844 en overleden te Damme op 17/3/1939. Zij had geen andere school bijgewoond dan die van Mietje Wagenmakers.
Mietje Wagenmakers was een leerlinge geweest van meester Bernard Van Speybroeck, koster en kleermaker. In de burgerstand zult ge de naam van Mietje Wagenmakers niet vinden; maar wel Marie De Caluwé. Zij woonde samen met haar broer, die wagenmaker was, vandaar de naam Mietje Wagenmakers. (2)
Haar leerlingen waren de dochters van welstellende lieden. Als vergoeding ontving zij 1 Fr. per leerling en per maand. Want Mietje ontving geen hulpgeld van de gemeente. Het aanvaarden van geschenken was echter niet verboden, en niet zelden bracht een leerling een presentje mee voor Mietje, dat zij natuurlijk gewillig aannam.
Mietje hield zich meest bezig met het aanleren van de catechismus, als voorbereiding tot de eerste Communie, toen nog op de ouderdom van 12 jaar. Nadien bleven de meeste meisjes thuis. De dochters van de rijkste boeren gingen naar het pensionaat o. a. te Maldegem.
In de zomer was het schoollokaal een afdak. Om het te bereiken moesten ze door de wagenmakerij gaan. De leerlingen zaten op lage stoelen of banken; een lessenaar hadden ze niet. Na de les staken ze hun catechismus tussen de pannen en de pannelatten.
In de winter was het schoollokaal in haar woonkamer. Deze was verwarmd door een open haardvuur. Voor het vuur lag een grote ijzeren plaat, waarop de leerlingen beurtelings mochten gaan zitten om zich wat te verwarmen. De leerlingen moesten zelf voor brandhout zorgen.
Mietje zat op een stoelken aan een rond tafelken. De meisjes hielden het boek in hun hand. De leesboekjes waren “Het A. B. C. boek”. Mietje paste de individuele methode toe. De leerlingen moesten beurtelings bij Mietje komen. Zij volgde de tekst met een klein mesje, en wanneer zij aan een moeilijk woord kwamen dat Mietje zelf niet kon lezen, zegde zij: Laat maar, dat is een Frans woord’. De lei werd zelden gebruikt. De leerlingen schreven met een ganzepen.
Op het bord mochten ze nu en dan ook eens schrijven. Zij leerden een weinig rekenen: samentellen en aftrekken.
Wat kenden de meisjes toen zij Mietje’s school verlieten? De catechismus helemaal van buiten; tamelijk vlot lezen, hetgeen gedrukt was - de geschreven vorm kenden zij niet - ; rekenen: weinig of niet; en schrijven?: met moeite hun naam.
Deze moedige Juffrouw De Caluwé heeft 47 jaar van haar beste krachten besteed aan het onderwijs van een deel van de Lapscheurse jeugd!
-00-00-00-00-
- De Heer A. Vermeersch was gedurende lange jaren hoofdonderwijzer te Lapscheure en hij zond ons een uitgebreide geschiedenis van het gemeentelijk onderwijs te Lapscheure. Wij hopen stellig deze bijdrage in een volgend nummer te plaatsen. Maar wij konden niet weerstaan aan de verleiding U nu reeds Mietje Wagenmakers schooltje te leren kennen. Te meer daar ons eigen moeder zaliger, geboren te Brugge in 1876 aldaar een absoluut gelijkaardig schooltje heeft bijgewoond, ergens in de Oude of de Nieuwe Gentweg.
- De wagenmakerij en dus ook de “school” werden vernield door de beschieting in september-oktober 1944. De eigenares Mw Matthys-Dierickx, heeft er twee nieuwe woningen gebouwd. In het ene woont zij zelf en in het andere is nu het Gemeentehuis van Lapscheure gevestigd.