De laatste belleman van Heist

Pierre Vantorre

Op 26 november 1978 overleed op 86-jarige leeftijd de gewezen politiebrigadier Charles Haerinck. Charles, voor de burgerlijke stand “Carolus“, geboren te Heist op 1 februari 1892, was oud-strijder en vuurkruiser 1914/18. Na de wapenstilstand werkte hij, zoals veel andere Heistenaars, aan de heropbouw van de ijzerstreek, vooraleer het politie-uniform aan te trekken. In het Heistse politiekorps hadden we destijds Kommissaris Vansevenant (later Georges Declerck), Kamiel (Klakke) Morbée, Staf Desmedt, Wardje Desnyder, Prudent Devent, Louis Utterwuighe (Bruin), Adiel Declerck, Ward Heyneman, Adolf Declerck, Gérard (Kinne) Wtterwulghe, Gaston Rombout, Georges Vlietinck enz..

Het stadhuis was een vleugel van het Casino-Kursaal dat in 1944 door de vluchtende bezetters werd opgeblazen.

Dit enkel ter inleiding , want aanleiding tot ons verhaal is het feit dat brigadier Haerinck tijdens de tweede wereldoorlog, in navolging van zijn voorgangers Miel Bonte, Fons Vandenbroele en Adiel Declerck, de “belleman“ is geweest.

Hij was het die de berichten “uitbelde“ die meestal in verband stonden met de rantsoenering, bevelen van de bezetter of andere narigheden, want goed nieuws was er in oorlogstijd toch nooit te melden. Nu blijkt het dat hij eigenlijk de laatste “belleman “ van Heist is geweest. Maar ook andere belgeluiden zijn intussen niet meer te horen, zoals de bel op de uitrukkende brandweerwagen die naar het museum verwezen werd. Evenmin horen we nog de bel van de petroleumboer en het zacht belletje van meneer pastoor die ingetogen biddend opstapte om iemand te berechten. De komst van de vuilniswagen wordt sinds 1946 niet meer aangekondigd door een bel die aan het gareel van het paard was vastgemaakt. Zelfs op de kermis missen we het sfeervol belgerinkel.

Er was een tijd. dat na de hoogmis van op de roepsteen aan de St. Antoniuskerk de berichten afgeroepen werden. De ronde steen, met een diameter van 0,48 m en 0,25 m hoog ligt nog steeds aan de noordkant van het kerkportaal. De kerkbezoekers gaan er nu achteloos voorbij. Nog voor de eerste wereldoorlog stond veldwachter Bonte al op de steen. Toen werden zelfs feestelijkheden en notariële verkopingen van op deze plek bekendgemaakt en ook aan de kerkmuur aangeplakt. Tijdens de oorlog 14/18 was het al veldwachter Adiel Declerck die de Heistenaars moest kond maken dat ze bijvoorbeeld op een vroeger uur dan gewoonlijk moesten van straat zijn (straf van de bezetter), hoeveel zwijnen aan de “wehrmacht“ moesten geleverd worden of welke weerbare mannen werden opgeëist. Politieagent Fons Vaaidenbroele is eveneens “belleman“ geweest maar dan alleen om berichten uit te bellen in de straten.

Met brigadier Haerinck als “belleman“ leefden we tijdens de oorlog 40/45. Charles had een stem als een klok en geen megafoon nodig om zich vanop grote afstand goed verstaanbaar te maken. Hij deed zijn ronde per fiets, want over een auto zou het politiekorps slechts beschikken vanaf het begin van de jaren vijftig. De eerste politiewagen werd “Walter“ gedoopt naar de naam van de allereerste “Passagier”. Brigadier Haerinck toerde dus met zijn fiets rond, hield halt aan de straathoeken, plaatste zijn fiets tegen de gevel, deed de zware bel luid klepelen en begon zo: “De Burgemeester maakt bekend....” of soms ook “De bevolking wordt bekend gemaakt...” En dan konden we bijvoorbeeld horen op welke dag en op welk uur we naar het stadhuis mochten om rantsoenzegels voor eetwaren, bons voor kousen, textielzegels, schoenkaart, tabakskaart, aardappelkaart, enz..

De bevrijding in november 1945 was een grote opluchting, maar de rantsoenering werd slechts geleidelijk afgeschaft. Pas in 1948 werd de rantsoeneringsdienst opgedoekt.

Van deze onzalige rantsoeneringstijd brengen we hieronder een collage van krantenknipsels, als ode aan onze laatste “belleman”

kranteknipsels

Charles Haerinck, de laatste belleman van Heist

Pierre Vantorre

Heyst Leeft
1979
01
003-004
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:37:15