De heerlijkheid van Knokke op het einde van het Ancien Regime

Eerw. Broeder Gaëtan

"Er was in der tijd op de gemeente Knokke, een Heerlijkheid rechtstreeks afhankelijk van de Burg van Brugge en de Graaf. Dit Leenhof heette Sinte Katelijne, Knockhove of Van der Elst, en het had een foncier van 12 gemete, met 36 1/2 gemete afhankelijkheid verdeeld over twaalf achterlenen."

Zo las ik in 1928 in Knocke-sur-Mer van Z.E.H. Jules Opdedrinck (1). Ik wandelde toen al graag tussen Driewege en Het Kalf, al over de oude rommelige Keuveldijk; en mijn nog erg romantische verbeelding zocht het "kasteel van Knokke” ergens in de oude polder ten zuiden van de dijk, niet te ver van Het Kalf. Op de dag van vandaag sta ik verbluft, hoe schromelijk dicht ik er toen bij was.

Jamaar, in 1957 kreeg mijn droomkasteel een ferme duw. In de tweede uitgave van Knocke-sur-Mer was die paragraaf over de Heerlijkheid van Knokke weggelaten, en J.D.L. had dit verrechtvaardigd door te beweren dat zoiets als het Hof van Knokke, nooit had bestaan (2). Ik vond het wel jammer voor Knokke; nu vind ik het nog erger voor J.D.L.

Voor een paar jaar vroeg Rene De Keyser mij of ik niet wist waar de Heerlijkheid van Knokke had gelegen. Ik noemde hem de nota in Knocke-sur-Mer. "’t Bestaat wel, zei Rene. Op Oostkerke lag er een achterleen van Knokke. En daarbij, in het Rijksarchief te Brugge zit er een plan van dit Leenhof”.

Dat waarlijk mooi plan in handen krijgen en er de inlichtingen uit halen, was dan maar kinderspel (3).

Het plan werd opgemaakt door de landmeters D'hauw, vader en zoon, en het is buitengewoon nauwkeurig: een echte kadasterkaart. Ten andere de percelen zijn telkens van hun kadasternummer voorzien, en dus gemakkelijk terug te vinden. De kostelijke kaart werd in 1791 opgemaakt "ten verzoeke van Mijnheer Charles OEnéas baron de Croeser de Berges, etc, etc". We vinden het portret van deze heer in het stadhuis te Brugge, samen met Napoleon die hij als meier van de stad, plechtig heeft ontvangen.

Op die kaart staan de 10 gemete eigendommen welke de Croeser op Knokke bezat, met hun maat, hoe hij er aan gekomen is, en van welk leenhof zij afhankelijk waren: elf verschillende lenen en slechts 5 gemete allodiaal bezit.

De tekst in de eerste uitgave van Knocke-sur-Mer, verwijst naar Coutumes du Bourg de Bruges (4) en daar wordt als laatste in de rij der eigenaars van het Hof van Knokke aangegeven: Charles de Croeser, Heer van Berges, die het leen kocht op 23 maart 1779.

Het plan dat ik hier onder handen heb, geeft dan de volgende omschrijving:

"Ie Leen, zijnde d'Heerlijkhede van Knocke, releverende van den Burg van Brugge, bij kope van Sr. Jan Bapt. Libaert, wanof releveren de naerv. twaelf achter Leenen: 2e Begin Groot Reygarsvliet,art. 88, zaeyland 1. 0. 24 Roeden;

3e Begin Groot Reygarsvliet, art 23, gars en zaeyland 11. 1. 47 Roeden".

De Heerlijkheid van Knokke was dus niet groot. Het foncier besloeg hoop

en al 11 gemet 1 lijn 71 roeden of 5 Ha 10 a. Het lag ten zuiden van de Keuveldijk of dyk van Knocke, in de Watering van Groot Reigaartsvliet: een smalle strook weide en bouwland tussen, aan de westzijde, de ader die bij Driewege de grens van Knokke vormt, en, ten oosten, de straat naar Het Kalf.

kaart het kalf1. Driewege - 2. Duivelsput - 3. Herberg Het Kalf - 4. Molen - 5. Kapelletje -6. Keuvelhoeve - 7. Kleine Keuvel
aa. De Judestraat - bb. Het Maegher Scorre - cc. Zeedijk ofte zoo genaemden Graeve Jansdijk - dd. De Kalfstraat - ee. Dijk van Knocke of Keuveldijk - ff. Jan De Vischstraat - gg. Boslaan - hh. Natiënlaan – ii. lzabellavaart - kk. Kragendijk - 11. Muenikendijk - mm. Budtspolderdijk.
- - - Grens van Knokke   ##### Heerlijkheid van Knokke   ///// Achterlenen

Er heeft nooit een "kasteel" op gestaan, zelfs geen hofstede, zelfs geen "huyseken"; en deze kleine heerlijkheid werd in 1791 nog steeds in leen gehouden rechtstreeks van het Grafelijk Leenhof van de Burg van Brugge, zeker reeds sedert 1435.

In de hoofding van de kaart is er sprake van 12 achterlenen, zoals in de oude teksten vermeld in Coutumes du Bourg. Volgens de opgegeven maten, schijnt het achterleen van Oostkerke daar niet bijgerekend, Want in 1791 waren er wel degelijk 13 achterlenen. Het is een geluk hoe zij gedetailleerd, worden omschreven op hetzelfde plan D'hauw.

We lezen daar: "Aenwijsinge van den nomber van 42. 1. 83 Roeden lands (= 18 Ha 75 a) bestaende in derthien achter Leenen, competerende (5) diversche persoonen, Releverende van 't Hof van Knocke, aenkomende M'her Charles OEnéas baron de Croeser de Berges etc etc, ende wanof alhier aen den heer van dezen hove zijn competerende tot drije achter Leenen als zijnde het 10e, lle ende l2e achter Leen". Deze dertien achterlenen, die afhankelijk waren van de Heerlijkheid van Knokke, zijn met een letter aangeduid. Het eerste A, ligt langs de Sabsweg te Oostkerke bijna rechtover Damme, en het behoorde in 1791 aan Jonkvrouw Eleonora Verhouve. Het laatste N, ligt op Lissewege tussen de Schipdonkvaart en de Moerader; en was eigendom van Pieter de Gruijtere.

Alleen op het achterleen te Oostkerke stond een hofstedeke. Al de rest waren slechts percelen gras en zaailand. Dus ook de 11 achterlenen op Knokke, die ik met hun letter heb aangebracht op het plannetje hierboven.

B, E, F, G en H, alle in de Watering van Valkaartsgote, waren in 1791 in het bezit van Sr. August Verhulst door zijn echtgenote Jonkvr. Anna-Marie Foets. Jonkh. Pieter de Wree, gezeid Veranneman, bezat de achterlenen C en D; terwijl Jonkh. Charles de Schietere, heer van Caperijke, door zijn vrouw Marie de Crits, twee smalle percelen bezat, die samen het leen I vormden.

De Heer van Knokke had dus in eigendom de drie overige achter lenen van zijn Hof, zijnde K en L, dicht bij het foncier in Groot Reigaartsvliet; en M in Valkaartsgote. Deze achterlenen behoorden hem "bij wijsdom en abandon" (6).

Dat het hier wel gaat om de Heerlijkheid VAN Knokke, en niet om een Heerlijkheid TE Knokke, bewijst dit zelfde plan in de verdere lijst der eigendommen van de Croeser op Knokke.

Als zijn IIe Leen wordt opgegeven, een leenhof zonder naam, eveneens rechtstreeks afhankelijk van de Burg van Brugge, hem toebehorende bij dekreet van 1780. Dit leen beslaat 6 percelen gras en zaailand, allemaal in Valkaartsgote. En daar staan meerdere "huysekens" op: één waar nu Jules Dhondt-Bulcke woont, een ander achter de molen van ‘t Kalf, en een derde bij de tegenwoordige Bremlaan.

Charles de Croeser bezat in Knokke nog vier achterlenen van ‘t Leenhof van Veldegoede. Dit laatste ligt langs de baan van Westkapelle naar Heist, vlak achter de Kalverketedijk en precies buiten de grens van Knokke.

Zijn VIle Leen te Knokke was een afhankelijkheid van “den Leenhove van Calverkeete" op Westkapelle ten noorden van de baan naar Schapenbrugge. Eén perceel van dit achterleen bevatte een bosje met een huisje, tegenaan de Graaf Jansdijk tussen de Duivelsput en de Bremlaan (het hoveniershuis Buysse).

Ten slatte bezat de Croeser alhier nog een achterleen van het Leenhof van Harzele of Aarzele dat op Dudzele ligt aan kilometerpaal 9, langs de baan op Westkapel1e.

Charles OEnéas baron de Croeser de Berges etc etc is de laatste Heer van Knokke geweest, want vier jaar na het opmaken van ons plan werd Vlaanderen ingelijfd bij de Franse Republiek, en alle feodale rechten werden afgeschaft.

----------------------------------------------------

Nota's

  1. J.O. Knocke-sur-Mer, Histoire et Souvenirs, Knokke 1913, blz 55.
  2. J.Opdedrinck, Knocke-sur-Mer, IIe Ed.revue et complétée, Knokke 1956, b1z 58.
  3. Rijksarchief Brugge, Inventaris Kaarten Nr 587.
  4. Gilliodts ven Severen, Coutumes du Bourg, I Introduction blz 295.
    In 1435 is de Heer van Knokke, Lod. de Quarembotere; in 1444 zijn zoon Lodewijk. In 1468 is het Victoor Willaert; in 1504 erft het zijn dochter Madelene, getrouwd met Pieter van den Heede. In 1538 Filip van den Heede, haar zoon; 1553 Joanna v. d. Heede, zuster v. voorgaande. Haar 2e man is Jakob de Boodt en haar dochter Marie de Boodt wordt Vrouwe van Knokke in 1590. Marie was getrouwd met Jan Wijts, Heer van der Elst; hun dochter Claudine trouwt met F. de Fevere en het is hun zoon Willem die in 1642 het Leenhof van Knokke erft van zijn grootmoeder. In 1682 gaat het op hun zoon Filip de Fevere; 1692 op diens dochter Marie-Caterine; 1752 op Anne-Marie de Fevere, zuster v. voorgaande en getr. met B. Tombay. Hun zoon Eugeen had een dochter Rose-Eugenie Tombay, die in 1773 Vrouwe van Knokke wordt langs haar grootmoeder. Rose-Eugznie trouwde J. B. Liebaert die in 1779 de heerlijkheid verkocht aan Ch. de Croeser.
  5. Competeren is behoren aan; Releveren, is afhankelijk zijn van.
  6. Dit betekent dat deze achterlenen hem toegewezen werden door de Leenmannen van den Burg, omdat de vorige leenhouder zijn leenplichten niet vervulde of omdat hij zijn schulden niet kon betalen. (J.D.S.)

wapen heer knokkeDit is het Wapen van de laatste Heer van Knokke

De heerlijkheid van Knokke op het einde van het Ancien Regime

Broeder Gaëtan

Rond de poldertorens
1963
02
046-049
Achiel Calus
2023-06-19 14:37:15