297

In een feestrede van 1 maart 297 in Rome vermeldt men de veldtocht van het Romeinse leger in een gebied waar de schuine geulen de Schelde doorstromen en dat door de Rijn met zijn armen omvangen wordt. In dat gebied is bijna geen land. Zozeer is het met water doordrenkt dat de bodem niet alleen waar hij duidelijk drassig is meegeeft en de voeten opzuigt, maar ook waar hij iets vaster schijnt te zijn, door voetstappen in beweging wordt gezet.

Oona Glaser

Sluis
Abcoude : Uniepers, cop. 1992. - 80 p. : ill.
7